Gebruikersinterface

De gebruikersinterface (5), zie afbeelding C, dient om de modus in te stellen.

Instelling van de modus

Met de toets modus (11) kunt u de gewenste modus in 3 standen instellen.

Druk zo vaak op de toets modus (11) tot de gewenste instelling in de aanduiding voor modus (12) te zien is.

Het vereiste toerental is afhankelijk van het materiaal en de werkomstandigheden en kan door praktische tests bepaald worden.

Aanwijzing: De afbeelding voor de instelling van de modus dient als referentie en laat niet de daadwerkelijke waarden zien.