Gebruikersinterface
De gebruikersinterface (7), zie afbeelding B, dient voor de toerentalinstelling, het kiezen van de werkmodus en voor het aanduiden van de toerentalinstelling en werkmodus.
De gebruikersinterface (7), zie afbeelding B, dient voor de toerentalinstelling, het kiezen van de werkmodus en voor het aanduiden van de toerentalinstelling en werkmodus.